Nou, het is wat. Vanmorgen om 8:15 stond de aftel-teller nog op 10. En om 8:16 stond ik alweer buiten. Nog negen keer!

De bijwerkingen komen wel, maar nog niet zo heftig als eerder door de artsen voorgespiegeld. Alhoewel er wel keurig bij wordt verteld, dat deze per persoon verschillen en sterk afhankelijk zijn van je fysieke gesteldheid. Dat laatste zit bij mij wel snor denk ik. Een uur (minimaal) per dag op de hometrainer en 3 a 4 keer in de week op de roeitrainer is niet vreemd. En tot mijn verbazing blijft me dat nog heel goed lukken.

Blijft wel de vermoeidheid op momenten, zoals al ik in het vorige epistel al beschreef. Het wordt niet meer kwa aantal keer dat het gebeurt, maar de impact ervan wel. Vorige week heb ik toch een aantal malen gewoon echt de hele ochtend of middag in bed gelegen. Terwijl ik er echt een nacht van 8 uur slaap op had zitten.

Verder voel ik mijn slokdarm wat. Die krijgt wat van de bestraling mee (10 procent van de dosis begreep ik). Dit uit zich in het gloeiend heet aanvoelen van een slok lauwe koffie als het door de slokdarm ter hoogte van het zwaardbeen gaat. Naast een zenuw die ooit in mijn schouder zat, en nu in mijn keel zit gerommeld (uitleg op aanvraag), is dat ook weer een heel aparte sensatie.

Inmiddels heb ik een gesprek gehad met de radiotherapeut / oncoloog, die mij helemaal heeft meegenomen door de petscan en het bestralingsplan. Van de aanvankelijk 2 aangemerkte verdachte plekken (waarvan 1 zeker een uitzaaiingstumor is, en de andere matig verdacht) blijkt de “matig verdachte”, loos alarm te zijn volgens de petscan. Ook bracht de petscan uitsluitsel over de lymfe en tumor.

In dat laatste zat namelijk nog een onzekerheidje. Als namelijk het tumorweefsel zich “in de long boort”, maakt dat het met volle dosis bestralen lastig en heeft dat enorme invloed op de slagingskans van de behandeling. Echter, het is het weefsel van de lymfeklier die in / aan de wand zit en het tumorweefsel zit op een ruime marge. De radiotherapeut gaf aan dat hij een succesvolle afloop verwacht. Daar was ik superblij mee, ik had er een brok in mijn keel van, hoewel dat fysiek onmogelijk is. Alhoewel niemand je garantie kan geven.

Afgelopen vrijdag was wel de “leukste” bestraling die ik had. De kids hadden vakantie, vrouwtje werken. Saar was logeren en Luuk mocht dus kiezen: of even naar opa en oma, of met papa mee naar het ziekenhuis. Dat laatste koos hij, en in het ziekenhuis werd hij door de radiotherapie meegenomen. Ze lieten hem alles zien, en legden hem alles uit, alle vragen werden beantwoord. Wild-enthousiast was hij en ik denk dat hij geen beroepskeuze test meer hoeft te doen.

Vorige week is mijn moeder ook weer bij “onze” professor geweest. Voor de gene die het niet weet, mijn moeder heeft in 1996 kanker in haar keel gehad, waarbij ze dezelfde ingreep als ik nu heb gehad, heeft moeten ondergaan. Die operatie is toentertijd door dezelfde professor gedaan die mij heeft geopereerd en mijn hoofdbehandelaar is. Eerder dit jaar kreeg mijn moeder enorm moeite met spreken en is door de huisarts doorverwezen naar het Antoni v Leeuwenhoek, bij dezelfde professor. (Voor de liefhebbers, prof. dr. Michiel van den Brekel, hier zijn doopceel). Zij bleek weer keelkanker te hebben gekregen.

Mijn moeder kreeg gelukkig goed nieuws, ze heeft een aantal vreselijk zware operaties achter de rug, en alle ingrepen blijken succesvol te zijn geweest. Dat was geweldig om te horen na een zware tijd voor mijn moeder. Er zijn nog wel een paar plekjes in haar darmen die moeten worden verwijderd, dat lijkt echter goed te komen en mijn moeder is voldoende hersteld om dat op korte termijn te ondergaan. Ik zal blij zijn als dat ook weer achter de rug is.

Al met al lijkt het dus allemaal een wat positieve wending te krijgen. Nog 2 weken bestralen. Dan herstellen en zo snel mogelijk weer vooruit kijken, en kijken hoe we de spannende controlemomenten gaan doorkomen.